ECLI:NL:RBNHO:2024:4858 - PONT Klimaat (2024)

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie

locatie Haarlem

Zaaknr./rolnr.: 10802480 \ CV EXPL 23-7499

Uitspraakdatum: 8 mei 2024

Tussenvonnis van de kantonrechter in de zaak van:

de vennootschap opgericht naar het recht van Kenia
Kenya Airways Limited

gevestigd te Nairobi, Kenia,

eiseres in het verzet

hierna te noemen: de vervoerder

gemachtigde mr. G.J. Wilts (OSK Advocaten)

tegen

[gedaagde],

wonende te [plaats],

gedaagde in het verzet

hierna te noemen: de passagier

1.1.De passagier heeft bij dagvaarding van 8 november 2023 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder is niet verschenen, waarna de vervoerder bij verstekvonnis van 11 oktober 2023 is veroordeeld.

1.2.Bij dagvaarding van 8 november 2023 is de vervoerder in verzet gekomen van dat verstekvonnis. De passagier heeft, hoewel hij daartoe in de gelegenheid is gesteld, hierop niet gereageerd.

2.1.De passagier heeft met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier op 16 mei 2022 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Nairobi, Kenia, met vlucht KQ117 (hierna: de vlucht).

2.2.De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.

2.3.De passagier heeft bij inleidende dagvaarding compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde vertraging.

2.4.De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.1.De passagier heeft bij inleidende dagvaarding gevorderd dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
-€ 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der incident tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 108,90, althans een in redelijke justitie door de rechtbank te bepalen bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
-de proceskosten en de nakosten.

3.2.De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hem te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00.

3.3.De vervoerder is door de kantonrechter bij verstek veroordeeld tot betaling van het gevorderde, behoudens de buitengerechtelijke incassokosten en de daarover gevorderde rente en het eveneens gevorderde certificaat ex artikel 53 EEX-Vo 1214/2012.

3.4.De vervoerder vordert in de verzetdagvaarding om, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
-hem te ontheffen van de veroordeling uit het verstekvonnis van 11 oktober 2023, voor zover hij daarbij in het ongelijk is gesteld;
-de vorderingen van de passagier af te wijzen;
-de passagier te veroordelen in de werkelijke kosten van het verzet.

3.5.De vervoerder heeft daartoe aangevoerd dat hij de passagier al op 29 november 2022 heeft gecompenseerd voor de vertraagde vlucht, op verzoek van AirHelp. Hiertoe heeft hij onder meer de correspondentie met AirHelp en een betaalbewijs overgelegd. AirHelp heeft op 16 maart 2023 de vervoerder namens de passagier gedagvaard tot betaling van de compensatie. Deze vordering is bij verstekvonnis van 31 mei 2023 toegewezen. Gelet op dit alles heeft de passagier ten onrechte op 12 juli 2023 de vervoerder gedagvaard in de onderhavige procedure en had deze vordering integraal moeten worden afgewezen, aldus de vervoerder.

3.6.Met betrekking tot de proceskosten heeft de vervoerder aangevoerd dat de passagier, in strijd met artikel 21 Rv, niet alle voor de beslissing relevante feiten in de dagvaarding heeft vermeld. Hij heeft immers niet vermeld dat de compensatie al was gevorderd en ontvangen door AirHelp en dat de vordering bij verstekvonnis van 31 mei 2023 (nogmaals) was toegewezen. Door het vorderen van (drie)dubbele compensatie is er sprake van misbruik van procesrecht en onrechtmatig handelen door de passagier, aldus de vervoerder.

4.1.De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.

4.2.De vervoerder heeft met de in de verzetdagvaarding overgelegde stukken en zijn toelichting daarop, voldoende onderbouwd dat hij de compensatie al op 29 november 2022 heeft voldaan. De passagier heeft, hoewel hij daartoe in de gelegenheid is gesteld, niet gereageerd op het inhoudelijke verweer van de vervoerder. De door de vervoerder aangevoerde feiten en omstandigheden zijn daarmee vast komen te staan. De conclusie is dat het verweer van de vervoerder slaagt. Daarom is het verzet gegrond. Het verstekvonnis kan daarom niet in stand blijven. De passagier is niet-ontvankelijk in zijn oorspronkelijke vordering.

4.3.De vervoerder vordert daarnaast vergoeding van de werkelijke proceskosten van het verzet. De kantonrechter overweegt dat een veroordeling in de volledige proceskosten volgens vaste jurisprudentie alleen toewijsbaar is in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Daarvan is pas sprake als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij, achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan eerst sprake zijn als de eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden (HR 29 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3516). Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het voeren van een procedure past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede gewaarborgd wordt door artikel 6 EVRM (HR 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7828).

4.4.Als onweersproken staat vast dat de vervoerder de door de passagier gevorderde compensatie op 29 november 2022 aan AirHelp heeft voldaan en de vervoerder op 31 mei 2022 bij verstekvonnis eveneens is veroordeeld tot betaling van het gevorderde aan AirHelp. De inleidende dagvaarding werd in deze procedure betekend op 12 juli 2023. De kantonrechter oordeelt daarom, gelet op deze en alle omstandigheden van dit specifieke geval, dat de passagier zijn vordering in de inleidende dagvaarding heeft gebaseerd op stellingen waarvan hij op voorhand in ieder geval moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. De vordering in de inleidende dagvaarding was daarmee evident ongegrond en had achterwege moeten blijven, gelet op onder meer het belang van de vervoerder om geen dubbele proceskosten te maken. De kantonrechter oordeelt daarom dat er in dit geval sprake was van misbruik van procesrecht.

4.5.De kosten die door de vervoerder zijn gemaakt in de verzetprocedure komen daarom voor vergoeding in aanmerking, voor zover die in redelijkheid zijn gemaakt. In zijn verzetdagvaarding heeft de vervoerder geen specificatie van zijn werkelijke proceskosten overgelegd. Daarom zal de kantonrechter de vervoerder in de gelegenheid stellen zich hierover bij akte uit te laten, waarna de passagier bij antwoordakte kan reageren op deze specificatie.

De kantonrechter:

5.1.stelt de vervoerder in de gelegenheid om zich bij akte uit te laten over de werkelijk gemaakte proceskosten van de verzetprocedure zoals overwogen in rechtsoverweging 4.5;

5.2.bepaalt dat de zaak daartoe op de rol zal komen van 5 juni 2024 voor akte aan de zijde van de vervoerder, waarna de passagier op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen;

5.3.houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.

De griffierDe kantonrechter

ECLI:NL:RBNHO:2024:4858 - PONT Klimaat (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Catherine Tremblay

Last Updated:

Views: 5832

Rating: 4.7 / 5 (47 voted)

Reviews: 86% of readers found this page helpful

Author information

Name: Catherine Tremblay

Birthday: 1999-09-23

Address: Suite 461 73643 Sherril Loaf, Dickinsonland, AZ 47941-2379

Phone: +2678139151039

Job: International Administration Supervisor

Hobby: Dowsing, Snowboarding, Rowing, Beekeeping, Calligraphy, Shooting, Air sports

Introduction: My name is Catherine Tremblay, I am a precious, perfect, tasty, enthusiastic, inexpensive, vast, kind person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.